Zesde generatie
Kinderen van Wiebe Jacobus Posthuma (1784-1824)


G.151
JACOBUS WIEBES, boekhandelaar te Beetsterzwaag

geb. Beetsterzwaag 30 april 1816, overl. Wolvega 26 mei 1883
trouwt 1. Opsterland 20 mei 1841 Engelina Scharf
geb. Groningen circa 1813, naaister, overl. Beetsterzwaag 22 dec. 1842
dochter van Johan Godfried Scharf en Geesjen Klazes
trouwt 2. Smallingerland 16 maart 1850 Pietje Gerbens Wouda
geb. Drachten 17 dec. 1821, overl. Beetsterzwaag 29 juni 1870
dochter van Gerben Durks Wouda en Froukjen Hendriks Braam

1. Wiebe geb. Beetsterzwaag 12 okt. 1850
2. Froukjen geb. Beetsterzwaag 30 jan. 1853
3. Folkert geb. Beetsterzwaag 3 feb. 1855
4. Jeltje geb. Beetsterzwaag 4 aug. 1857
5. Gerben geb. Beetsterzwaag 18 aug. 1860

Oorspronkelijk kwam Jacobus Wiebes als timmerman aan de kost, maar in 1853 is hij winkelier, vanaf 1860 boekhandelaar. In 1882 vertrekt hij met het gezin van zijn zoon Folkert naar Wolvega.
Over zijn eigen vader schreef Folkert Posthuma het volgende:
"Jacobus moest persee bij zijn moeder blijven totdat hij een meisje zocht. Daartoe kwam hij in aanraking met een kamenier van Oude Mevr. Baronesse Van Lijnden met name van Engeline Scharff, een duitsche van geboorte. Dat huwelijk is echter maar zeer kort geweest, want zij was door en door T.B.C.-lijder. Eenige jaren later is Vader in aanraking gekomen met de familie Gerben Wouda, gehuwd met Froukje Braam, welgestelde goud- en zilversmeden te Drachten. Een der meisjes genaamd Pietje Gerbens Wouda is onze moeder geworden. Veel plezier heeft zij echter niet gehad, want Vader was door zijn moeder totaal bedorven. Uit dat huwelijk zijn geboren Wiebe, Froukje, Folkert, Jeltje en Gerben. Daarvan hebben de beide oudsten het tamelijk goed gehad, maar doordien Vader zeer doof was geworden had hij een compagnon in zijn zaak opgenomen. Hoe zijn naam was weet ik niet meer. Wel weet ik dat deze hem zeer bedrogen heeft. Jaren heeft Vader daarmee getorscht om die schuld weer te boven te komen tot groote schade van de kinderen. De beide oudsten hebben nog goede jaren doorgemaakt, maar de andere drie zijn ondervoed geworden, waardoor zij lichaamlijk veel schade geleden hebben"

G.152
SYTSKE WIEBES

geb. Beetsterzwaag 21 nov. 1817, overl. Leeuwarden 26 jan. 1897
trouwt Leeuwarden 11 mei 1856 Thomas Oedzes Wielinga, wieldraaier
geb. Dokkum 7 april 1821, overl. Leeuwarden 22 juli 1895
zoon van Oeds Bonnes Wielinga en Wytske Thomas Steendam

Het beroep 'wieldraaier' wordt in de huwelijksacte vermeld, maar later heeft het echtpaar in de zorgsector gewerkt: in 1860 is Thomas binnenvader in het armengesticht van Dokkum en Sietske proveniersche in het St. Anthony Gasthuis te Leeuwarden. Het echtpaar woont dan te Dokkum.

G.153
WYTSKE WIEBES

geb. Beetsterzwaag 8 juni 1819, overl. Leeuwarden 11 nov. 1889
trouwt Leeuwarden 7 febr. 1849 Frans Wiebes van der Heide, timmerman
geb. Leeuwarden 2 juni 1826, overl. Leeuwarden 29 okt. 1875
zoon van Wiebe van der Heide en Antje van Meerloo

Uit dit huwelijk: 1. Wiebe (1849-1921) overl. te Kampen 2. Antje (1854) 3. Getje (1857) x Teye Banda, Leeuwarden 4. Johannes Wilhelm (1859-1929), hotelhouder te Leeuwarden, tr. Margaretha Keiser 5. Lieuwe (1862)

G.154
MAAIKE WIEBES, naaister

geb. Beetsterzwaag 14 april 1821, overl. Dokkum 15 febr. 1860
trouwt Opsterland 13 maart 1857 Sipke Hinnes Veninga, schipper
geb. Zaandam 2 sept. 1817,
zoon van Hinne Sipkes Veninga en Sjoukjen Arends de Jong.
Sipke tr. 2. Opsterland 22 april 1864 Minke Hendriks Boonstra

Uit dit huwelijk: 1. Jeltje (1860-1860) 2. Sijtske (1860) tr. Dirk Roelof Kip, schuitenvoerder te Amsterdam

Maaike overleed een week na de geboorte van de tweeling in Dokkum, in een schip liggende in de gracht alhier.

G.155
SUARDINA WIEBES

geb. Beetsterzwaag 3 juni 1823, overl. Buitenpost 3 april 1905
trouwt Opsterland 10 mei 1847 Lammert Barelds de Jong, herbergier
geb. Drachten 18 mei 1822, overl. Drachten 18 jan. 1895
zoon van Bareld Gerbens de Jong en Aafke Lammerts Visser

Uit dit huwelijk: 1. Bareld (1848-1927), logementhouder Buitenpost, tr. Grietje Andries Riedstra 2. Wiebe (1849-1928), kastelein te Hemrik, tr. Anna Dates Fokkema 3. Jeltje (1852-1873) 4. Jacobus (1854), Groningen 5. Gerben (1854-1862) 6. Folkert (1856-1925), koetsier, tr. Geeske Kornelis de Jong, tr. Tietje Jentjes Wijbrandi 7. Aafje (1858-1860) 8. Thomas (1861-1941) brugwachter te Stroobos, tr. Stijntje Sijtzes van der Hoek 9. Gerben (1864-1941) voerman en chauffeur te Buitenpost